De wilg (Salix Alba) is een veel voorkomende bomensoort in Nederland. Vooral aan rivieroevers, uiterwaarden of langs sloten en watergangen kun je deze boom vinden.
In vroegere tijden kauwden mensen op stukjes wilgenbast om pijn te verlichten. Dat werkte omdat de wilg van nature salicine bevat: een stof met pijnstillende en ontstekingsremmende eigenschappen. In de 19e eeuw lukte het wetenschappers om salicine te isoleren uit wilgenbast en later zelfs synthetisch na te maken. Dat leidde tot de ontwikkeling van wat wij nu kennen als aspirine.
Doordat in aspirine enkel de werkzame stof wordt gebruikt, zonder de andere natuurlijke stoffen uit de wilgenbast – zoals looistoffen – kan het maagklachten veroorzaken. Die looistoffen helpen namelijk van nature om de maag te beschermen.
Gebruikte delen
- Bast, bij voorkeur van 2 tot 3 jaar oude takken.
- Blad, werk milder dan de bast.
Oogsttijd
- Bast: in de winter of het vroege voorjaar.
- Blad: voorjaar en zomer.
Toepassingen
Inwendig gebruik:
Thee (3x daags 1 kop, gedurende 4 weken):
Wilg werkt ontstekingsremmend, pijnstillend en koortswerend bij:
- Milde hoofdpijn
- Artrose en artritis
- Jicht
- Spier- en zenuwpijn
- Griep
- Verkoudheid
Uitwendig gebruik:
D.m.v. spoelmiddel of kompres
- Spierpijn
- Kneuzingen
- Zenuwpijn
- Tandpijn