Rond 21 december bereikt het jaar zijn donkerste punt: de winterzonnewende. De dagen zijn kort, de nachten lang, en de natuur lijkt in diepe rust. Maar juist op dit moment keert het licht terug. De dagen worden vanaf nu langzaam weer langer – en dat was reden voor een groot feest: Yule, het oude Germaanse en Keltische midwinterfeest.
🌲 Oorsprong van Yule
Lang voordat het christendom zijn intrede deed, vierden de Germaanse en Keltische volken rond midwinter het feest van de zon. De natuur stond op haar stilste punt en juist dat maakte de viering zo belangrijk. Men geloofde dat het lucht op deze dag herboren werd.
Tijdens Yule werd het vuur aangestoken – symbool voor de herboren zon. Grote stammen, de zogeheten Yule logs, werden in het haardvuur gelegd en moesten soms wel twaalf dagen branden. De vonken die omhoog vlogen, stonden voor voorspoed en vruchtbaarheid in het nieuwe jaar.
Huizen werden versierd met groene takken van den, hulst en maretak, als symbool van eeuwig leven. De natuur werd geëerd, want ondanks de kou en duisternis bleef het leven doorgaan.
🍷 Rituelen en symboliek
Veel gebruiken rond Yule waren gericht op het eren van de natuur en de cyclus van leven en dood:
- Kaarsen werden aangestoken om het terugkerende zonlicht te verwelkomen.
- Brood, bier en mede werden gedeeld met familie, buren en de goden – overvloed moest gedeeld worden om overvloed te behouden.
- Everzwijnen werden geofferd aan Frey, de god van vruchtbaarheid, en later vervangen door het gebraden varken op tafel.
- Eeuwig groen (hulst, klimop, den) sierde huizen om de kracht van het leven te vieren.
De Yule-tijd duurde vaak twaalf dagen: van de zonnewende tot aan het nieuwe jaar.
✝️ Van Yule naar Kerstmis
Toen het christendom zich over Europa verspreidde, namen missionarissen veel heidense feesten en symbolen over om de overgang voor het volk gemakkelijker te maken. Zo werd de geboorte van Jezus symbolisch geplaatst op 25 december, het moment dat al eeuwenlang het feest van de herboren zon was.
Veel van wat we nu met Kerst associëren, heeft een heidense oorsprong:
- De kerstboom komt voort uit de Yule-traditie van het versieren van een altijdgroene boom.
- Het kerstvuur en de kaarsen verwijzen naar het Yule-vuur.
- De kerstkrans is een zonnesymbool: een cirkel zonder einde, het wiel van het jaar.
- Zelfs cadeautjes en samen feesten komen uit de oude midwintergebruiken van delen en danken.
Zo vloeide Yule langzaam samen met het christelijke kerstfeest – maar de kern bleef dezelfde: het vieren van licht in de duisternis, de wedergeboorte en het leven zelf.